Bij ons werk je mee aan een van de allergrootste maatschappelijke uitdagingen van de komende decennia

Jonge ingenieurs vinden, het is vandaag een hele opdracht. Gelukkig kiezen steeds meer jongeren voor een technische opleiding, zij zien ook dat de digitale en technologische golf zowat alle sectoren overspoelt. En als ze ervan dromen om écht maatschappelijke impact te hebben, dan lijkt een ingenieursdiploma wel een rechtstreeks ticket richting ‘purpose’.

Wie?
- David Zenner volgde een opleiding als elektromechanisch ingenieur en is Head of Customer Relations bij Elia.
- Vincent Flon is technisch ingenieur met een specialisatie in energie en is bij Fluxys verantwoordelijk voor het innovatiebeleid.
- Federica Meneghesso is biomedisch ingenieur en werkt als Customer Support Director bij Roche Diagnostics Belgium.
- Tim Van Dijck is technisch ingenieur en is bij Deme aan de slag als Operations Manager.


In het recentste VDAB-overzicht van de knelpuntberoepen staat geen enkel type ingenieur nog in de top tien. Trekt de razendsnelle opmars van nieuwe technologieën meer jongeren over de streep om een ingenieursstudie te starten?

Federica Meneghesso: ‘Die VDAB-cijfers verbazen me eerlijk gezegd een beetje. Vorig jaar duurde het bij ons zes tot twaalf maanden om een vacature voor een ingenieur in te vullen. Om dit probleem op creatieve wijze aan te pakken, hebben we bij Roche enkele jaren geleden een eigen academie opgericht. Jongeren die wel een technische achtergrond hebben maar geen ingenieursdiploma, leiden we daar verder op. Laboranten bijvoorbeeld. We laten hen coachen door ervaren ingenieurs. Ze doen zelfs ervaring op in het buitenland. Dat werkt heel goed.’

Vincent Flon: ‘Ook bij Fluxys hebben we niet het gevoel dat er nu voldoende ingenieurs zijn, wel integendeel. Maar ik herken me wel in de aanpak van Roche: ook wij stellen ons pragmatischer op. We gaan in eerste instantie op zoek naar kandidaten van wie het profiel, de mindset en het waardenpatroon goed samenvallen met die van het bedrijf. Vervolgens leiden we hen zelf verder op. Wij gaan nog niet zo ver dat we voor ingenieursfuncties kandidaten aanwerven die dat diploma niet kunnen voorleggen, maar intrinsieke waarden zijn sowieso veel belangrijker geworden in het rekruteringsproces.’

David Zenner: ‘Jonge ingenieurs kunnen aantrekken blijft een grote uitdaging, ondanks die wat verrassende VDAB-cijfers. Wij zetten bijvoorbeeld sterk in op een aantal ondersteunende programma’s, gaande van stages voor studenten tot internships.’

Tim Van Dijck: ‘Bij Deme speelt het internationale karakter van onze activiteiten gelukkig enigszins in ons voordeel. Wie bij ons als ingenieur aan de slag gaat, heeft doorgaans een sterke voeling met het eindproduct. Het wat oubollige imago van een ingenieur die de hele dag aan zijn bureau zit, staat mijlenver af van het takenpakket van ingenieurs bij ons.’ 


Daar zegt u wat: een job als ingenieur had jarenlang een wat stoffig imago. Wat zijn de meest opwindende of maatschappelijk relevante thema’s waar jullie mee bezig zijn? Jongeren denken daar misschien niet meteen aan?

David Zenner: ‘Een bedrijf als Elia zit in de cockpit van de hele energietransitie. Voor veel jongeren moet dat echt een boeiend vooruitzicht zijn om daar te kunnen aan meewerken. De grote maatschappelijke uitdagingen van vandaag – waarbij nieuwe technologie haast altijd een deel van de oplossing is - stimuleren ook meer jongeren om te kiezen voor een technische opleiding. Er is die maatschappelijke tendens naar meer duurzaamheid en de technische profielen surfen daar op mee.’

Vincent Flon: ‘Als insider kan ik het niet zo goed beoordelen of onze job al dan niet sexyer is geworden, maar ik ben ervan overtuigd  dat bedrijven die een maatschappelijk doel nastreven een grotere aantrekkingskracht hebben. Wij bouwen vandaag geen machines meer, we ontwikkelen machines waarmee we een maatschappelijke verandering kunnen realiseren. En inderdaad, als wij jongeren vragen waarom ze graag bij Fluxys aan de slag willen gaan, dan scoort de energietransitie bijzonder hoog. Net zoals de vaststelling dat wij, als netbeheerder, de maatschappij een cruciale dienstverlening aanbieden.’ 

Federica Meneghesso: ‘Ik zit volledig op dezelfde lijn. Als wereldwijd farmaceutisch bedrijf hebben wij een directe impact op het dagelijkse leven van miljoenen mensen. Voor jongeren blijkt dat een sterke motivator om bij ons aan de slag te willen gaan. Wie bij ons werkt, heeft impact, dat is de voorbije twee jaar overtuigend aangetoond.’


Ingenieurs en innovatie, dat zijn natuurlijk twee handen op één buik, maar hoe krijgt die innovatie anno 2022 vorm? Wordt open innovatie belangrijker, bijvoorbeeld in de vorm van samenwerking met andere sectoren of met de overheid?

Tim Van Dijck: ‘Waar innovatie vroeger vooral focuste op techniek, stellen we vast dat het duurzaamheidsaspect nu sterk aan belang gewonnen heeft. Heel wat nieuwe technologieën dienen een hoger doel. Van kustbescherming over windturbines die een eind verder uit de kust kunnen worden geplaatst tot de energietransitie. Hierdoor komt er effectief ook meer samenwerking met andere partijen, maar tegelijk wordt het hele bedrijf gedwongen om veel meer out of the box te denken dan pakweg tien jaar geleden. Haast elke belangrijke innovatie moet voortaan in een breder kader worden geplaatst.’

David Zenner: ‘Zowel cocreatie als klantenbetrokkenheid heeft sterk aan belang gewonnen. Anno 2022 werkt Elia bijvoorbeeld nauw samen met de bouwsector of met actoren op het vlak van mobiliteit. Die veel grotere bandbreedte opent heel wat nieuwe perspectieven, zowel voor nieuwkomers als voor mensen die al jaren in het bedrijf aan de slag zijn.’

Vincent Flon: ‘Het idee dat innovatie ergens in een achterkamertje vorm zou krijgen, is lang achterhaald. De interactie met het hele ecosysteem van het bedrijf wint nog dagelijks aan belang. Wij bouwen volop nieuwe waardeketens uit, en almaar meer spelers maken daar deel van uit. Dit alles geeft het bedrijf niet enkel een nieuw elan, het stimuleert de creativiteit bij onze mensen.’


Roche is een van de grootste farmabedrijven ter wereld en draait uiteraard grotendeels op innovatie. Toch is die innovatie dikwijls minder zichtbaar voor buitenstaanders. Is het daardoor moeilijker om jonge ingenieurs aan te trekken?

Federica Meneghesso: ‘Het innovatieproces is bij ons inderdaad sterk geïntegreerd in het bedrijf: jaarlijks gaat zowat 14 procent van onze totale omzet naar onderzoek en ontwikkeling. Om je een idee te geven: de voorbije 18 maanden hebben we 18 nieuwe producten op de markt gebracht, dat is waanzinnig veel. Een groot gedeelte van de innovatie die wij inzetten bij de ontwikkeling van nieuwe geneesmiddelen vindt buiten het bedrijf plaats. In partnerships met researchcentra, universiteiten, ziekenhuizen en kleine start-ups. Veel mensen weten dat niet. Tegelijk is er een trend waarbij ook de patiënt – als eindgebruiker - almaar vaker betrokken wordt bij die innovatie. Ons hele innovatiemodel verandert dus razendsnel en de pandemie heeft dat in een stroomversnelling gebracht. Onder meer de digitalisering zorgt er nu voor dat wij daarvoor op zoek gaan naar heel andere profielen dan in het verleden.’


Geldt dit ook in andere sectoren? Moeten ingenieurs vandaag aan andere criteria voldoen dan tien jaar geleden?

Vincent Flon
: ‘Ik denk effectief dat ingenieurs vandaag open moeten staan voor een veel bredere interactie, ook met mensen die niet dezelfde technische achtergrond hebben. Het belang van de zogenaamde soft skills is dus zeker toegenomen. De tijd van ‘ik ontwerp een product en iemand anders brengt het dan wel aan de man’ ligt definitief achter ons. Mede daarom zetten wij heel sterk in op interne mobiliteit. Als je mensen regelmatig in andere afdelingen van het bedrijf inzet, gaan ze breder denken.’

David Zenner: ‘Bedrijven werken binnen veel bredere ecosystemen en dat vraagt een andere mindset van ingenieurs. Het technisch best mogelijke product ontwerpen is niet langer voldoende, ze moeten nu veel andere aspecten meenemen in hun ontwerp.’ 

Tim Van Dijck: ‘We moeten nu niet van elke ingenieur verwachten dat hij of zij een soort ondernemer wordt binnen het bedrijf, maar het mag en kan wel. Voor wie vandaag eigen ideeën heeft, bestaan er nu effectief platformen om die te lanceren en verder uit te werken. Ik stel vast dat ingenieurs geen takenlijstjes meer willen afvinken, ze willen vooral verantwoordelijkheid dragen. En dat spoort heel goed met de maatschappelijke impact die ze nastreven.’


Concreet: hoe of in welke domeinen kunnen ingenieurs bij jullie echt bijdragen tot positieve maatschappelijke veranderingen?

Federica Meneghesso:
‘Flexibiliteit en wendbaarheid, in combinatie met een almaar grotere rol voor nieuwe technologieën, zoals AI, robotica of machine learning, worden de komende jaren cruciaal in onze sector. Dit betekent dat ingenieurs met een heel uiteenlopende technische achtergrond voor een steeds grotere toegevoegde waarde zullen zorgen in specifieke domeinen. Onze sector – en dus ook de profielen en technische expertise waar we naar op zoek zijn – zal hierdoor de komende jaren ingrijpend veranderen.’

Vincent Flon: ‘Een bedrijf zoals Fluxys is natuurlijk een vat vol expertise als het op energietransport of op de uitbouw van nieuwe netwerken aankomt, maar ik verwacht van jonge ingenieurs dat ze misschien wat meer flexibiliteit tonen en meer out of the box denken. We moeten soms nog iets meer in functie van de markt denken. Daarnaast is er uiteraard de hele digitalisering. Achter onze indrukwekkende fysieke infrastructuur gaat een digitale interface schuil die fors aan belang wint en die inspeelt op de nieuwe noden en verwachtingen van onze klanten. Ik denk dat het voor jonge ingenieurs bijzonder uitdagend is om daarover te kunnen meedenken en vervolgens nieuwe applicaties te ontwikkelen.’

David Zenner: ‘Voor Elia kan ik heel kort en krachtig beantwoorden: wie bij ons aan de slag gaat, werkt mee aan een van de allergrootste maatschappelijke uitdagingen van de komende decennia. Heel concreet: de grootschalige elektrificatie komt erop neer dat je tal van bronnen van groene energie zo naadloos en optimaal mogelijk moet kunnen integreren in het stroomnet. En op termijn zouden we er natuurlijk ook in moeten slagen om al die nieuwe energie tijdelijk ergens op te slaan en om het energieverbruik beter te sturen, in functie van de stroomproductie van het moment.’

Tim Van Dijck: ‘Innovatie en waardecreatie staan centraal in de Deme-bedrijfscultuur, en ik heb het gevoel dat dit voor heel wat jonge mensen anno 2022 bijzonder aantrekkelijk oogt. Ons trackrecord van de voorbije tien jaar bewijst dat de toekomst bij ons altijd nog een stukje openligt. We zijn van een traditionele baggeraar geëvolueerd tot een heel multidisciplinair bedrijf, en wie hier vandaag start als ingenieur kan onmogelijk voorspellen waaraan hij binnen tien jaar zal meewerken.’