De energietransitie biedt avontuurlijke carrièremogelijkheden
Duurzame energiebronnen zijn onmisbaar voor het behalen van de klimaatdoelstellingen. Dat beseft ook Elia, de transmissienetbeheerder van het Belgische hoogspanningsnet. Windenergie op land én op zee is een deel van de oplossing. ‘We bouwen de komende jaren een energie-eiland dat de verdere uitbouw van offshore windenergie verzekert en ons land verder voorziet van internationale verbindingen’, vertelt Geert Moerkerke van Elia.
Eind vorig jaar keurde de ministerraad op voorstel van de ministers van Energie en van de Noordzee de uitbreiding goed van het Belgische modulaire offshore grid. Na het ‘stopcontact op zee’ en de onderzeese Nemo Link, de hoogspanningsverbinding tussen Brugge en het Britse Richborough, volgt er binnenkort ook een kunstmatig energie-eiland, binnen de Prinses Elisabethzone. Daarmee zet ons land de volgende stap in de ontwikkeling van een geïntegreerd Europees offshore net.
Wat wordt de functie van dat nieuwe energie-eiland?
Geert Moerkerke (Offshore Operations & Maintenance Manager bij Elia): ‘Offshore windparken vertegenwoordigen vandaag 2,1 GW geïnstalleerde capaciteit in de Noordzee. Tegen 2030 kan dat 5,6 GW worden, dankzij de bouw van extra windmolens en parken. Maar voor die grotere productiecapaciteit heb je wel een oplossing nodig die al deze windmolenparken optimaal verbindt en hun energie efficiënt aan land brengt. Vergelijk het met een snelweg die we aanbieden en onderhouden voor producenten van windenergie. Het energie-eiland benadrukt ook de leiderspositie van ons land in offshore elektriciteit.’
Hoe zal het energie-eiland gerealiseerd worden?
Geert Moerkerke: ‘Het project zit volop in ontwikkeling. De oplevering van het eiland, zonder hoogspanningsinstallaties en kabels, staat gepland in de loop van 2026. Vervolgens werken we aan de hoogspanningsinfrastructuur. Na het uittesten en de uiteindelijke ingebruikname moet het eiland uiteraard ook onderhouden worden. Dat is cruciaal, want zo blijft het onder alle omstandigheden optimaal functioneren en behalen de installaties hun vooropgestelde levensduur. Daar hebben we inmiddels een jarenlange pionierservaring in. We zorgen vandaag bijvoorbeeld voor een goede werking en het onderhoud van de Offshore Switchyard, of OSY – ook wel het “stopcontact op zee” genoemd.’
Welke rol vervult dat fameuze stopcontact op zee?
Geert Moerkerke: ‘Dat is een hele grote stekkerdoos voor offshore windmolens, die ons helpt met het transport van energie. Concreet verbindt de OSY vier windmolenparken: Rentel, Seastar, Mermaid en Northwester 2. Het stuurt de verzamelde energie van die parken via gezamenlijke onderzeese kabels naar land. Het OSY maakt deel uit van het Modular Offshore Grid of MOG. Het is gebouwd als een platform op zee. Dankzij het MOG wordt hernieuwbare energie optimaal geïntegreerd in het Belgische elektriciteitsnet. Het nog te realiseren nieuwe energie-eiland breidt de capaciteit verder uit, daarom noemen we dat het MOG-II.’
Hoe vaak gaan de ingenieurs en technici ter plaatse op het MOG?
Geert Moerkerke: ‘Gemiddeld één keer per week. We doen dat afhankelijk van de weersomstandigheden per boot of per helikopter. Het is ongeveer een uur tot vijfenzeventig minuten varen vanuit Oostende. Ter plaatse trekken onze mensen klimuitrusting aan om aan boord te gaan. Per helikopter gaat het sneller. Dat duurt zo’n vijftien minuten. Het nadeel is dat je via de lucht minder mensen, materiaal en onderdelen in één keer kunt meenemen. Als de weersomstandigheden te slecht zijn om meteen terug te keren, kunnen onze teamleden nog enkele uren op het MOG in alle comfort verblijven. Of ze kunnen er blijven slapen in uiterste nood, maar dan wel mét zicht op zee (lacht).’
Welke mensen of profielen zoekt Elia voor deze taken?
Geert Moerkerke: ‘Mensen die geboeid zijn door technologie en techniek, maatschappelijk relevant werk willen uitvoeren, duurzaamheid belangrijk vinden en een tikkeltje avontuurlijk aangelegd zijn. Geen enkele werkdag is dezelfde. En ik ken maar weinig ingenieursjobs waarbij mensen te land, ter zee en in de lucht werken. Onze dienst telt nu ongeveer vijftien medewerkers. De komende jaren, ook door de bouw van het nieuwe energie-eiland, willen we dat aantal verdubbelen. Mensen werken bij ons samen in multidisciplinaire teams: iedereen heeft zijn of haar eigen domeinkennis. We zoeken niet specifiek naar ingenieurs met een bepaalde offshore specialiteit: de opleidingen om met installaties op zee te werken voorziet Elia, inclusief de bijbehorende gecertificeerde veiligheidstrainingen.’
Hoe uitdagend is dat technisch: stroom transporteren van zee naar land?
Geert Moerkerke: ‘Er komen heel wat samenwerkingen en interacties bij kijken. Die kabels zijn niet alleen nuttig om stroom tot aan land te krijgen, maar ook voor de uitwisseling van energie tussen België en andere landen. Wanneer er in Schotland of Ierland bijvoorbeeld veel wind staat en bij ons weinig, kunnen we de geproduceerde windenergie importeren. Of omgekeerd: exporteren van onze kust naar buurlanden.’
Zijn er nog andere uitdagingen?
Geert Moerkerke: ‘De onvoorspelbaarheid van de zee, bijvoorbeeld. De zee is een wild beest dat zich niet laat temmen. Offshore installaties krijgen het hard te verduren. Ze moeten hoge golven, sterke stromingen en stormen kunnen doorstaan. De designcriteria van de installaties zijn bijgevolg erg streng. En ook voor onze mensen is werken op zee avontuurlijk: maar dat is net een factor die hen aanspreekt, ze doen iets unieks.’
Windenergie is onvoorspelbaar, naar welke oplossingen voor het opslaan van stroom wordt vandaag gekeken?
Geert Moerkerke: ‘Windenergie moet vandaag zo goed als meteen verbruikt worden na opwekking. Energieopslag wordt de komende jaren almaar belangrijker. Elia is daar als netbeheerder volop mee bezig. Want het opslaan van energie helpt om het net stabieler te maken, door het onevenwicht tussen de energievraag en het aanbod te verkleinen of te optimaliseren. We bouwen zelf geen installaties, want stroom produceren behoort niet tot onze activiteiten, maar we bekijken wel hoe we bijvoorbeeld installaties die windenergie omzetten in groene waterstof een plaats kunnen geven in het hoogspanningsnet.’
Hoe ziet u windenergie evolueren de komende jaren?
Geert Moerkerke: ‘Windmolens behoren samen met zonnepanelen en waterkrachtcentrales tot de belangrijkste oplossingen om duurzame energie te genereren. Het potentieel van windmolens op zee is bijzonder groot. Op zee kunnen we veel grotere installaties bouwen dan op land, de windkracht is er veel groter en we kunnen er vlot energie mee importeren en exporteren van en naar andere landen. Windparken in de Belgische Noordzee leverden in 2021 groene stroom aan bijna 2 miljoen Belgische huishoudens. Over enkele jaren gaan we naar meer dan een verdubbeling. Offshore windenergie is een absolute blijver.’